Strategisch talentmanagement draait vooral om karakter. In het artikel 'De drie elementen van talentmanagement' in HR Praktijk zet Lidewey van der Sluis, hoogleraar Strategisch Talentmanagement aan de Nyenrode Business Universiteit, kort uiteen dat talentmanagement veel verder gaat dan het in kaart brengen van de sterke punten van een medewerker. De kennis en kunde is slechts een derde van het geheel.
Een tweede onderdeel van strategisch talentmanagement is motivatie, aldus Van der Sluis. Om hier achter te komen is het belangrijk om de 'waarom'-vraag te stellen: waarom willen mensen hier werken? Wat drijft hen? Volgens de hoogleraar kan deze vraag tot verrassende eyeopeners leiden. Als laatste is ook het bieden van de juiste werkomgeving essentieel. "Een medewerker kan net als een boom slecht groeien als hij daar de ruimte voor krijgt”, aldus Van der Sluis.
‘What makes you tick’
Het artikel geeft een tweetal aansprekende voorbeelden waar strategisch talentmanagement op de juiste manier wordt toegepast. In het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen selecteert het management nieuw personeel niet primair op diploma's, maar juist op de passie voor de zorg. De kennis en ervaring van medewerkers is daarbij van secundair belang.
Ook bij uitzend- en bemiddelingsorganisatie Adecco staat de drive van mensen centraal. Sterker nog, die drive is een expliciet onderdeel van hun DNA, de bedrijfscultuur. Het draait binnen zowel de interne organisatie als in de externe dienstverlening om 'what makes you tick'. Oftewel: de motivatie en energie van medewerkers.
Aan de hand van de praktijkvoorbeelden concludeert Van der Sluis dat het karakter van het personeel dus van wezenlijk belang is. Zeker gezien de investeringen die met talentmanagement gemoeid zijn. Van der Sluis: "De medewerkers geven hun talenten, tijd en vrijheid aan de organisatie weliswaar in bruikleen, maar uiteindelijk moet dat voor de organisatie wel wat opleveren. Organisaties die die ruilrelatie weten te optimaliseren, managen medewerkers niet als een vat van kennis en kunde, maar als mens met een kloppend hart en een vitale ziel.”
Een kwestie van nature of nurture?
Ook andere wetenschappers claimen dat talentmanagement verder gaat dan de capaciteiten die een persoon in zich heeft. Het is een combinatie van verschillende factoren waar rekening mee gehouden dient te worden, zo blijkt uit het eerder verschenen artikel 'De zaak talent: een kwestie van nature of nurture?' uit NPM’s eigen Capital Magazine. Anders Ericsson, een Zweeds-Amerikaanse hoogleraar psychologie aan de Florida State University, claimt bijvoorbeeld dat het onder meer gaat om zogenaamde deliberate practice. Op basis van biografische data toont hij aan dat de meest geprezen violisten uit de geschiedenis ook altijd de violisten waren die het meest geoefend hadden. Maar veel oefenen heeft volgens Ericsson alleen zin onder begeleiding van de juiste mentor, en het willen innoveren.
Nico van Yperen, hoogleraar psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, haalt daarnaast op zijn beurt aan dat het vooral de drive is die een talent uiteindelijk tot een toptalent maakt. Het willen verbeteren van prestaties speelt een duidelijke rol in het managen van talent.
