Terug naar news overzicht

Conclusion: ‘slimme ecosystemen’ kunnen digitalisering overheid een boost geven | NPM Capital

Nieuws
Datum
20 december 2016
Conclusion: ‘slimme ecosystemen’ kunnen digitalisering overheid een boost geven | NPM Capital

Onlangs vond op initiatief van Conclusion en Bureau Digicommissaris in Den Haag het iPoort event ‘De staat van Digitaal Nederland’ plaats. Volgens Arjen van Berkum, Chief Disruption Officer bij Conclusion, kan de immense uitdaging waar de overheid voor staat als het gaat om dienstverlening in het digitale domein alléén in publiek-private samenwerking worden aangegaan. En: Nederland heeft een sterke ‘IT-minister’ nodig.

Conclusion was een van de organisatoren van dit iPoort event, samen met onder meer het Bureau Digicommissaris. Wat was daartoe de motivatie?

“Ik denk dat het geen geheim is dat diverse overheidsdiensten grote moeite hebben met de snelle maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van digitalisering. Er wordt wel gezegd dat ‘de overheid een inhaalslag moet maken’, maar dat is echt een understatement. Je ziet dat de burger er wél om vraagt en dat veel politici zich daarvan heel goed bewust zijn. Het is bijvoorbeeld anno 2016 eigenlijk niet meer acceptabel dat je de Belastingdienst niet kunt mailen. Kortom: er doemt iets op van een ‘burning platform’, maar tegelijkertijd is men binnen de overheid nog zoekende welke marsroute nu het best gevolgd kan worden. Als je kijkt naar de track record van IT-programma’s en -projecten bij de Rijksoverheid is dat overigens ook wel begrijpelijk. Hoe dan ook: als Conclusion denken wij dat het goed is de discussie over die te volgen marsroute vaker en diepgaander te voeren. Want niets doen is echt geen optie.”

Waarom heeft de overheid zo’n moeite om de dienstverlening aan de burger efficiënt te digitaliseren?

“Dat is het gevolg van een complex aantal factoren. Om te beginnen bestaat er niet zoiets als ‘de overheid’. Wat bestaat zijn allemaal losse overheidsdomeinen, die stuk voor stuk hun eigen aanpak kiezen in digitalisering. Gevolg: veel versnippering en veel suboptimalisering. Daar komt bij dat bij uitstek in het overheidsdomein privacy en security cruciaal zijn. Je kunt dus niet ‘zomaar’ gaan experimenteren, of zoals in het bedrijfsleven ‘gewoon ergens beginnen’. Dan is er nog de strenge budgetcultuur met de bijbehorende controlemechanismen, veel regulering en last but not least de wettelijke inkadering. Tel je al die dingen bij elkaar op, dan is het niet gek dat de overheid onvoldoende slagvaardig is om het verschil te maken in het digitale domein.”

Is het niet gewoon een kwestie van gebrek aan politieke wil?

“In de gesprekken die ik voer merk ik dat die politieke wil er echt wel is – óók binnen het ambtelijk apparaat. Maar het is heel lastig om die wil om te zetten in executie. Overigens wordt de overheid ook nog eens ernstig geremd door het feit dat ze vrijwel alles moeten aanbesteden. En aanbestedingstrajecten hebben een relatief lange doorlooptijd en zorgen vaak ook voor een scope die de digitale transformatie niet altijd helpt. Om een voorbeeld te noemen: de overheid vraagt in de aanbesteding expliciet om een slagboom, terwijl partijen in aanbesteding  zien dat een slagboom niet de meest effectieve oplossing is.”

Welke slag moet de overheid maken? 

“Simpele vraag, complex antwoord. Ik denk dat we moeten vaststellen dat voor een effectieve digitalisering van het publieke domein meerdere terreinen van intelligence bij elkaar gebracht moeten worden en dat er geen enkele marktpartij is die al die terreinen beheerst. We moeten dus toe naar de vorming van wat wij ‘slimme ecosystemen’ noemen: een vitaal conglomeraat van partijen die elk een bepaalde bouwsteen aanleveren. Om dicht bij huis te blijven: als Conclusion hebben we bijvoorbeeld heel veel ervaring met het beheren van zogeheten missie-kritische systemen die nooit mogen uitvallen. Prima, gebruik die kennis en zoek daar dan een andere partij bij die weer alles weet van cybersecurity. Zo bouw je iedere keer een ecosysteem op onderliggend aan allerlei diensten en producten die je soms zelf levert, soms co-beheert en soms bij derden betrekt. Om uiteindelijk door de combinatie van al die facetten de ideale oplossing aan de overheid aan te bieden.”

Klinkt als een vorm van publiek-private samenwerking…

“Zo zou je het kunnen zien. Misschien moeten we Rijkswaterstaat als voorbeeld nemen. Die zeggen tegen een consortium: ‘Jullie mogen die tunnel bouwen en onderhouden, en jullie krijgen afgerekend per auto die er de komende 20 jaar door heen gaat’. Door die aanpak blijven partijen op een heel andere manier betrokken bij het project omdat ze serieuze verantwoordelijkheid blijven dragen. Op dit moment lopen er duizenden externe IT-ers rond bij de overheid die allemaal uren maal tarief schrijven, zónder dat ze echte verantwoordelijkheid dragen.”

Waar zit eigenlijk de meeste IT-pijn bij de overheid?

“De overheid heeft vooral heel veel last van verouderde systemen, gebaseerd op ‘old school’ relationele databases. Dat maakt niet alleen het beheer heel lastig, het is ook ongelooflijk kostbaar. Daarbij zijn er ook heel veel systemen die naast elkaar draaien en min of meer hetzelfde doen. Ietwat gechargeerd: men heeft de afgelopen decennia voor zo ongeveer elke uitzondering op de regel een nieuwe applicatie gebouwd. Dat is met de huidige stand van de techniek helemaal niet meer nodig: moderne databases werken met ongestructureerde data in één grote bak, en op basis van algoritmes wordt bepaald welke data relevant zijn en wie toegang heeft tot welke data. Alleen al die overstap zou tot enorme besparingen kunnen leiden. Want dat is wél het verhaal: als je processen op een goede manier digitaliseert, kun je niet gewoon een beetje, maar echt gigantisch veel besparen.”

Is niet ook een deel van het probleem dat elke overheidsdienst zijn eigen IT-opperhoofd heeft?

“Zeker. Het is eigenlijk heel raar dat we in Nederland een heel diverse  IT-organisatie hebben met de naam ‘de overheid’, zonder dat daar echte gemandateerde centrale sturing op zit. Er is wel een CIO, maar dat is geen politieke functionaris. Ik pleit al langer voor een minister die het hele IT-portfolio van de overheid aanstuurt, die snapt wat er moet gebeuren en de doorzettingsmacht heeft om de executie af te dwingen.”

Tot slot: ben je hoopvol gestemd over het vermogen van de overheid om digitaal volwassen te worden?

“Kritisch, maar zeker hoopvol. De aanstelling van een Digicommissaris is op zich een goede eerste stap. Maar er moet nog wel veel water door de Rijn voordat de overheid een ‘agile’ organisatie is die enerzijds acteert vanuit de behoeften van de burger, en anderzijds zelfstandig in staat is nieuwe bedieningsconcepten te ontwikkelen op basis van heldere keuzes: wat willen we als overheid wel, en wat niet faciliteren? De overheid is al jaren bezig met allerlei vormen van verandering. Het is nu hoogste tijd voor en écht grote verandering: het onder één regie en aansturing brengen van de IT.”

NPM - Sfeer - 173 - clara tafel

Word lid van onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de meest relevante updates