Nieuws

De drie horizonnen van innovatie | NPM Capital

Geschreven door NPM Capital | 16-mei-2019 4:00:00

Innovatie kan technologisch zijn, maar ook strategisch of sociaal. Ze kan incrementeel zijn, maar ook radicaal of disruptief. Om ruimte te hebben om te experimenteren en te exploreren moet je je bestaande business efficiënt kunnen managen. Een veelgebruikt model bij het structureren van innovatie is het drie-horizonnenmodel, oorspronkelijk gelanceerd door McKinsey in 2009. In dit model wordt kennis van technologie (x-as) afgezet tegen kennis van de markt (y-as).

De eerste horizon (H1) ontstaat als een bedrijf zowel goed bekend is met de technologie als de markt. Dit is het domein van de incrementele innovatie, ofwel verbeteringen, extensies, varianten en kostenbesparing. Dit heet ook wel procesinnovatie. De tweede horizon (H2) ontstaat als een bedrijf aan de slag gaat met voor dat bedrijf nieuwe technologie, of als een bedrijf nieuwe markten betreedt. Dit heet ook wel businessmodelinnovatie. Bij de derde horizon (H3) is sprake van nieuwe technologie die (relatief) nieuw is voor de hele wereld, waarbij bovendien vaak sprake is van volledig nieuwe markten. Hier is sprake van disruptieve, volledig nieuwe businessmodellen.

Activiteiten in H1 kennen een hoge mate van zekerheid, een lage mate van risico en worden binnen een relatief korte tijd opgeleverd. Activiteiten in H3 daarentegen zijn zeer onzeker, kennen veel risico en worden pas op langere termijn concreet. H2 zit daar precies tussenin. Wie alleen focust op H1, wordt onvermijdelijk ingehaald door een nieuwe werkelijkheid (H2). Wie teveel focust op een te verre toekomst (H3) loopt het risico de huidige (winst)basis (H1) te verwaarlozen.

Volgens McKinsey moeten organisaties zich daarom met alle drie de horizonnen tegelijkertijd bezighouden, maar niet met dezelfde intensiteit. Hoewel dit per organisatie kan verschillen, beveelt het consultancybureau aan om het ontwikkelings-/innovatie-/projectenbudget in een verhouding 70%-20%-10% te verdelen over de drie horizonnen. Op die manier concurreren projecten om resources (geld, mensen, materialen etc.) binnen hun eigen horizon, en wordt voorkomen dat een H1-project concurreert met een H3-project (dat dan nog maar weinig kans maakt uitgevoerd te worden). Bovendien verschilt de benodigde mindset per horizon. Draait het in H1 vooral om analytische vaardigheden, in H2 en H3 is eerder behoefte aan een explorerende mindset met een creatief voorstellingsvermogen. Dat vergt andere capaciteiten, vaardigheden en achtergronden.

Innovatie in soorten en maten

1. Technologische innovatie

  • Productinnovatie: de Senseo (de koffiezetmachine opnieuw uitgevonden).
  • Procesinnovatie: de 3D-printer (vervanger van processen als frezen en spuitgieten).
     

2. Incrementele innovatie

  • Stapsgewijze verbeteringen: Volkswagen Golf (elke generatie iets geavanceerder).
     

3. Radicale innovatie

  • Een totaal nieuw concept: het vliegtuig van de gebroeders Wright, maar ook Uber.
  • Een totaal nieuwe marktbenadering: pc’s van Dell die als eerste hardwareleverancier rechtstreeks aan de eindgebruiker verkocht in plaats van via een distributie- en resellerkanaal.
     

4. Sociale innovatie

  • Anders leidinggeven, anders organiseren, anders werken en samenwerken: de celfilosofie van Eckart Wintzen (die zijn IT-dienstverlener BSO opdeelde in diverse, volledig zelfstandige eenheden).

    Lees ook ‘Innovatie betekent dealen met onzekerheid’